Onder de oude trompetboom…

door tomvanryckeghem

Toen zomer voorzichtig  haar koffers pakte en de platanen haar kleurig uitwaaiden. Toen de nacht iets vroeger durfde komen en de zon wat sneller slapen wou.

Het was de manier waarop ze naar hem keek. Haar blik sneed vlijmscherp door z’n hart. Hij tilde haar moedig op en aaide zacht over haar grijze kopje . Hij volgde het pad  naar het luchthuis aan de zuidkant van de tuin. Het houten deurtje kraakte open en hij stapte naar de grote bruine tafel. Daar bedekte hij de houten bierkist met stro en legde haar neer.

Hoe verbrijzeld kun je zijn? Als je sneller valt dan de nacht en je denkt te kunnen winnen van de tijd.  Als niets of niemand je volgen kan en alleen Chronos je leven beheerst . Als de wind zonder aarzelen diepe rimpels achterlaat op de bovenzijde van je hoofd…

Hij bestudeerde haar rechtervleugel. De honderden beentje die ooit één geweest lagen gebroken tussen haar veren . Toch verroerde ze met geen vin terwijl ze hem met haar rechteroog angstig aankeek.

Hij deed wat hij moest doen. Hij nam de rol grijze ducktape uit de onderste lade en scheurde er een groot stuk af. Hij tapete haar vleugel van boven tot onder in en legde het kleine beestje voorzichtig tussen het zachte stro. Na nog een potje maïs en wat vers water verliet hij het luchthuis…

op de toppen van z’n  gedachten. ..