koekjes

door tomvanryckeghem

_MG_0065

Ze vlogen over de wolken en de wind. Op hun gevleugelde beesten neusden ze naar iedere verdwaalde ster.  Waar de nacht ook waaide,  en wat de tijd er van vond,
niks stond hen in de weg.

De wind tierde langs hun wijze baarden. Ijskoude druppels bevroren hun  beladen handen.
Beneden was het te warm voor de tijd van het jaar, maar hoog daarboven kon meneer winter zich ten volle uitleven.

Ze kwamen van ver.
Sommige kwade tongen spraken over duistere oorden. Andere wijsneuzen hadden het over een plekje waar de aarde niet meer kwam.
Ik denk dat het er goed was… want de geur die ze achterlieten was van een hemelse kwaliteit.

Kaspar zocht in z’n grote buidel. Hij haalde er een oude Sjofar uit. De beesten begrepen onmiddellijk en landden op een  eenzame wolk.

“Teroe’a!” schreeuwde hij en bracht z’n mond naar de hoorn. Met een oerkracht blies hij haar aan. Hoge tonen dwaalden over de aarde.

De wijzen graaiden in hun buidels en overal ter wereld dwarrelden koekjes naar beneden. Knapperige biscuitjes met een stille wens voor morgen. Ze goten  hun zware zakken leeg… om het diepst.

Dankje lieve wijzen. Voor het koekje van Kamiel. Ik besef dat we gelukkig mogen zijn.

Want terwijl men buiten van kleine ongemakjes “grote” zorgen maakt, strijden de kleine krijgers in stad IZ en ver daar buiten gevaarlijk verder…

Lieve Lucy,
ik wens je een hartenkoekje… meer kan niemand meer wensen.

Stoere Vlad,
ook jou wens ik koekje van dat

En kleine Jasper,
ik wens je een knapperig startertje, met evenveel kansen als wij gekregen hebben. .

_MG_0052