door tomvanryckeghem

We maakten onze gordels vast en zetten ons krap. “Ik mag dus sturen?” grijnsde ik.  Zoals alleen hij dit kon, verscheen er een glimlach op z’n gezichtje, terwijl  hij met z’n blauwe sterrenhelm naar rechts draaide.

De saturatie in de zeepkist was plots te snijden. Zijn witte assistentes verhoogden  de zuurstof … we zetten ons krap.

In de huilende gang werd het muisstil… Bij elk deurtje verscheen een kleine supporter…

Bij 100 startte ik de motor… en met gierende banden zweefden we…

in gedachten verder.